Nieuws

  • Omgevingsloket en privacy – belangrijke kennisgeving voor aanvragers

    Mag je zomaar een tuinhuis of fietsenstalling plaatsen in Vlaanderen?

    In Vlaanderen ben je in principe verplicht om een vergunning aan te vragen als je een vrijstaand bijgebouw wilt plaatsen, tenzij je voldoet aan de voorwaarden voor een vrijstelling in je zij- of achtertuin. Het gaat daarbij om zowel de algemene voorwaarden die in heel Vlaanderen gelden, als de voorwaarden die jouw gemeente of stad bijkomend oplegt.

    Onder welke algemene voorwaarden ben je vrijgesteld van een vergunning in je zij- of achtertuin? Wel, om te beginnen mag je maximaal 40 m² aan vrijstaande bijgebouwen per woning hebben. Je vrijstaand bijgebouw mag ook niet hoger zijn dan 3,50 m (gemeten tot het hoogste punt), en moet volledig binnen een straal van 30 m van de woning opgetrokken zijn, in de zijtuin op 3 m van de perceelsgrens liggen, en in de achtertuin op 1 m van de perceelsgrens blijven of tegen een bestaande scheidingsmuur gebouwd zijn, zonder die muur te wijzigen.

    Het hemelwater dat op de vrijstaande bijgebouwen valt, moet op natuurlijke wijze op je eigen goed in de bodem infiltreren. Je mag het dus niet zomaar aansluiten op de bestaande riolering. Doorloop ook zeker de checklist ‘Vrijstelling van stedenbouwkundige handelingen’ via de website van het Omgevingsloket, want die bevat nog extra voorwaarden voor een vrijstelling. Zo moet je soms rekening houden met verkavelingsvoorschriften. Twijfel je of je vrijgesteld bent? Klop dan bij het loket van je gemeente of stad aan. Alleen daar ben je in Vlaanderen zeker dat er lokaal geen extra voorwaarden gelden voor een vrijstelling van vergunning.

    Sinds kort publiceert de Vlaamse overheid de inhoud van aanvragen voor een omgevingsvergunning op het publieke omgevingsloket, en dat minstens gedurende de looptijd van het openbaar onderzoek, en gedurende de beroepsperiode nadat de beslissing is genomen. 

    De Vlaamse overheid doet dit mede op vraag van de Vlaamse minister, de bevoegde commissie in het Vlaams Parlement en de Vlaamse ombudsman.
     

    Maximale openbaarheid van bestuur


    Deze keuze sluit aan bij het streven van de Vlaamse overheid naar maximale openbaarheid van bestuur. Het Bestuursdecreet geeft iedere burger het recht op inzage van de informatie die de overheid bezit (bestuursdocumenten), behoudens uitzonderingen. 

    Informatie die onder de uitzonderingen valt, wordt dan ook systematisch geweerd: persoonsgegevens, auteursrechtelijk beschermde plannen en bedrijfsgegevens waarvan in de aanvraag verzocht wordt om ze uit de openbaarheid te houden, voor zover de bevoegde overheid hiermee ingestemd heeft. 

    Op die manier wil de Vlaamse overheid ook haar dienstverlening optimaliseren door de bereikbaarheid van informatie voor een grote groep burgers op een efficiënte wijze te verhogen.

    Aanvragen na 1 juni 2020


    Bij aanvragen die na 1 juni 2020 zijn ingediend, gaat de Vlaamse overheid er van uit dat de aanvrager (en zijn architect of ondersteuner) geen bezwaar heeft tegen de publicatie van persoonsgegevens die hij vrijwillig verstrekt. Een voorbeeld: op een inplantingsplan of motivatienota moet de naam en het adres van de aanvrager of zijn architect niet worden vermeld. Als u dat toch vermeldt, dan publiceren we deze documenten zonder dat de persoonsgegevens onleesbaar worden gemaakt. 

    Als de aanvraag na 1 juni is ingediend, gaan we ook niet in op latere vragen om deze documenten met persoonsgegevens alsnog van het omgevingsloket te verwijderen. 

    Denk dus vooraf goed na welke persoonsgegevens u op documenten en plannen vermeldt!


     

  • Nieuw in de woningpas: Deel het digitale paspoort van uw woning met anderen

     

    U wil uw woning verkopen of verhuren? Of u plant renovatiewerken? Hier komen heel wat documenten bij kijken, zoals een energieprestatiecertificaat, bodemattest en zoveel meer.
    Kijk dus zeker eens in uw woningpas. Dit gratis digitaal paspoort, ontwikkeld door de Vlaamse overheid, verzamelt de digitaal beschikbare informatie over uw huis nu in één centraal platform. Om de woningpas van uw woning te raadplegen meldt u zich aan met uw eID, federaal token of met de itsme-app op https://woningpas.vlaanderen.be.

    De woningpas werd eind 2018 gelanceerd, maar nieuw is dat u uw woningpas nu ook kan delen! Als eigenaar kunt u via een beveiligde link anderen de toelating geven om uw woningpas te raadplegen. Zo kan een kandidaat-koper, een kandidaat-huurder, uw immo makelaar of een adviseur zich maximaal informeren voor hij/zij uw woning bezoekt
    U kunt dus vanaf nu niet alleen informatie over uw woning raadplegen van thuis uit, maar ook delen met anderen, zonder bij een loket of openbare dienst langs te gaan.
     

    En wat met de privacy?

    De Vlaamse overheid beheert de woningpas, dus de informatie is betrouwbaar, veilig en wordt met respect voor uw privacy behandeld. Als eigenaar bent u de enige die op elk moment toegang heeft tot de informatie over uw woning. U beslist zelf of u tijdelijk toegang wil verlenen aan derden, bijvoorbeeld in het kader van een verkoopsovereenkomst.
    U beslist zelf met wie u de woningpas deelt en voor hoe lang. Hiervoor maakt u een éénmalige activatiecode aan die u deelt met de persoon aan wie u toegang wil verlenen.
     

    Waarom is de woningpas delen zo handig?

    Stel dat u uw woning wil verkopen of verhuren. Vanaf nu kan u de informatie in uw woningpas tonen aan geïnteresseerde kopers of huurders door per persoon een unieke toegang te geven. Ook uw makelaar of notaris kunt u op dezelfde manier toegang geven tot uw woningpas.
    Ook als u verbouwingswerken plant en u wil advies van een energiedeskundige of architect. Deel uw woningpas met deze experts zodat zij al een idee krijgen van de toestand van uw woning.
     

    Welke info vindt u in de woningpas en wat komt er nog aan?

    Momenteel vindt u in uw woningpas informatie over:

    • de energie- en isolatieaspecten van uw woning, gebaseerd op het EPC of EPB-dossier,
    • algemene gebouwinformatie,
    • een inschatting van het zonnepotentieel,
    • de mobiscore,
    • bodeminformatie en het bodemattest,
    • de historiek van de stedenbouwkundige vergunningen die destijds op papier werden aangevraagd,
    • tal van relevante omgevingskaarten (overstromingsgevoeligheid, onroerend erfgoed, …)

     

    Wat mag u in de toekomst nog verwachten?

    De woningpas wordt stelselmatig aangevuld met meer informatie. Tegen eind 2020 zal deze ook een overzicht bevatten van de energetische renovatiewerken in uw woning waarvoor u een premie van de netbeheerder hebt ontvangen. Ook vergunningen die via de Digitale Bouwaanvraag werden ingediend zullen er dit jaar nog in worden opgenomen.
    Op die manier zal de woningpas stelselmatig steeds meer actuele informatie bevatten over alle verbeteringswerken aan uw woning.

    Raadpleeg uw woningpas via woningpas.vlaanderen.be

  • IMPACT VAN HET CORONAVIRUS OP VERGUNNINGSDOSSIERS

     

    Emma Vanderstraeten - RAUM advies ruimtelijke planning • 27 maart 2020

     

    De Vlaamse Regering keurde op dinsdag 24 maart het uitvoeringsbesluit goed waarmee de beslissingstermijnen voor vergunningsprocedures worden verlengd en waarbij enkele procedurele aanpassingen gebeuren. In dit artikel vindt u een overzicht van de impact op de termijnen en op het procedureverloop. Er wordt eveneens verduidelijkt voor welke dossiers deze regels gelden en op welke manier de uitvoering en het verval van een vergunning is geregeld. Tot slot wordt kort ingegaan op de afwijkingen op de vergunningsplicht die de Vlaamse Regering invoerde.

    Anna Shvets/Pexels

    Impact op de termijnen

     

    Hieronder volgt een overzicht van de verlenging en van de totale termijn[1]:

    • Vergunningsaanvragen; vereenvoudigde procedure (d.i. zonder openbaar onderzoek): + 30 dagen (totaal 90 dagen)
    • Vergunningsaanvragen; gewone procedure (d.i. mét openbaar onderzoek): + 60 dagen (totaal 165 of 180 dagen, afhankelijk van de nood aan de organisatie van een omgevingsvergunningscommissie)
    • Termijn om administratief beroep te kunnen instellen: + 30 dagen (totaal 65 dagen). Dit wordt voor dossiers die vòòr 24 maart 2020 werden vergund losgekoppeld van de wachttermijn alvorens een vergunning mag worden uitgevoerd.
    • Beroepsdossiers, ongeacht de procedure: + 60 dagen.
    • De termijn om beroep in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen is niet verlengd en blijft 45 dagen.

     

    De nieuwe eindtermijnen worden niet automatisch aangepast in het omgevingsloket.

    FAQ van het Departement Omgeving (versie 27/03)

     

    Impact op het procedureverloop



    De doelstelling achter het aanpassen van de procedure is het vermijden van contactmomenten, waarop het coronavirus zich kan verspreiden. Tijdens een vergunningsprocedure zijn er immers bepaalde procedurestappen die leiden tot bijeenkomsten van burgers. Dit gaat over openbare onderzoeken, informatievergaderingen waarop burgers worden geïnformeerd over een project, coördinatievergaderingen van verschillende overheidsdiensten voor meer complexe dossiers en hoorzittingen in graad van beroep.

     

    Bovendien zijn de gemeentehuizen in een aantal gemeenten gesloten, waardoor een openbaar onderzoek niet kan worden georganiseerd en waardoor er geen dossiers kunnen worden ingekeken. Het zijn bovendien veelal de oudere burgers die een inzage van het dossier op het gemeentehuis zullen verkiezen boven een digitale inzage via het omgevingsloket en net die risicogroep blijft beter binnen.

     

    Om deze redenen worden de lopende openbare onderzoeken opgeschort en verdergezet na 24 april 2020. Openbare onderzoeken die nog moeten opstarten zullen eveneens pas na 24 april worden georganiseerd. Gelet op het verbod op niet-essentiële verplaatsingen mogen de affiches die reeds werden uitgehangen om het openbaar onderzoek aan te kondigen blijven hangen tot wanneer er duidelijkheid is over de nieuwe einddatum.

     

    Informatievergaderingen worden niet expliciet vermeld in het besluit, maar in de toelichting bij het besluit wordt meegegeven dat ook de informatievergaderingen pas na 24 april zullen plaatsvinden.

     

    Er kan worden beslist om hoorzittingen van de omgevingsvergunningscommissie of een hoorzitting in graad van beroep enkel schriftelijk of via teleconferentie te laten gebeuren, zodat er geen fysieke samenkomst plaatsvindt. De hoorzitting kan ook worden uitgesteld; wat mogelijk is door de verlenging van de beslissingstermijn.

     

    Het is nog steeds mogelijk om nieuwe omgevingsaanvragen in te dienen via het omgevingsloket. Ook aan dossiersamenstelling wijzigt er niets.

     

    Voor welke dossiers geldt dit?

     

    Het besluit is van toepassing op alle lopende dossiers waarvoor op 24 maart 2020 nog geen beslissing was genomen. Het gaat zowel over vergunningsaanvragen in eerste aanleg als over beroepsdossiers.

     

    De beslissing is eveneens van toepassing op alle nieuwe dossiers die na 24 maart worden ingediend. Op dit ogenblik geldt dit voor dossiers die tot en met 24 april 2020 worden ingediend. De minister kan deze termijn verlengen, zonder de einddatum van de noodsituatie te overschrijden. Momenteel is de einddatum van de noodsituatie vastgesteld op 17 juli 2020.

     

    Uitvoeren en verval van een vergunning

     

    In normale omstandigheden kan een omgevingsvergunning worden uitgevoerd als de aanvrager niet op de hoogte is gebracht van de instelling van een beroep binnen de 35 dagen.

     

    De werken kunnen m.a.w. starten na een ‘wachttijd’ van 35 dagen. De wachttijd om te mogen starten met de werken is aldus gekoppeld aan de termijn om administratief beroep aan te tekenen.

     

    Doordat de termijn om administratief beroep aan te tekenen werd verlengd met 30 dagen, is ook de wachttijd vooraleer een vergunning mag worden uitgevoerd verlengd met 30 dagen, wat het totaal op 65 dagen brengt. Dit geldt voor omgevingsvergunning verleend vanaf 24 maart 2020.

     

    Door het Besluit Vlaamse Regering wordt het principe om de wachttijd te koppelen aan de beroepstermijn echter losgelaten voor dossiers die vòòr 24 maart werden vergund, maar die op dat ogenblik de wachttijd nog niet volledig hadden doorlopen. Voor deze dossiers is de wachttijd nog steeds 35 dagen, maar bedraagt de termijn om beroep aan te tekenen 65 dagen. De initiële verwarring hierover werd in de FAQ’s van het Departement Omgeving weggenomen.

     

    Enkele voorbeelden

     

    • Stel dat er een vergunning wordt verleend op 1 april, dan kan je starten met de werkzaamheden op 5 juni 2020 (d.i. na een wachttijd van 65 dagen; nl. 35 dagen in normale omstandigheden plus de verlenging van 30 dagen).
    • Stel dat je een vergunning kreeg op 10 maart, dan had je op 24 maart nog geen definitieve vergunning omdat de wachttijd van 35 dagen nog niet was afgelopen. Bijgevolg is dit een dossier waarvoor de beroepstermijn met 30 dagen wordt verlengd. Er kan echter wel worden gestart met de werken op 14 april 2020, m.n. 35 dagen nadat de vergunning werd betekend, ook al is de beroepstermijn verlengd.

     

    Het Departement Omgeving wijst erop dat het een risico inhoudt om reeds te starten met de werken alvorens de beroepstermijn is afgelopen. De aanvrager riskeert de werken alsnog te moeten stilleggen omdat er toch nog een schorsend beroep werd aangetekend.

     

    De vervaltermijn van een vergunning werd niet verlengd.  Artikel 99 van het omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat de vervaltermijnen voor 2 jaar kunnen worden verlengd als de aanvrager van de vergunning kan aantonen dat het niet uitvoeren van de vergunning het gevolg is "van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend".

     

    Als de vergunninghouder kan aantonen dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van de civiele noodsituatie ten gevolge van het coronavirus (bijvoorbeeld omdat de aannemer geen nieuwe bouwwerven kan opstarten), kan dit wellicht gelden als een vreemde oorzaak die een verlenging van de termijn van twee jaar kan verantwoorden.

     

    De verlenging van de termijn moet voor de vergunninghouder (= bouwheer) worden aangevraagd via een beveiligde zending aan de overheid die de vergunning afleverde. Dit moet gebeuren minstens 3 maanden voor het vervallen van de vergunning. Als de gemeente niet reageert op de aanvraag, dan wordt de verlenging stilzwijgend verleend.

     

    Afwijken op de vergunningsplicht

     

    De overheid maakt ook mogelijk om noodzakelijke faciliteiten zoals ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen, productiefaciliteiten voor geneesmiddelen of medisch materiaal en laboratoria op te richten of uit te breiden zonder dat hiervoor een omgevingsvergunning moet worden bekomen. Ook de functiewijziging van een bestaand gebouw naar één van bovenstaande activiteiten is vrijgesteld van vergunning zolang de civiele noodtoestand duurt.

     

    Wie van deze afwijking wil gebruik maken, verwittigt de Vlaamse regering, de provincie en de gemeente per email en omschrijft de handelingen die men wenst uit te voeren en de locatie ervan. De burger wordt op de hoogte gebracht door de aanplakking van een affiche en door een kennisgeving via de websites van de overheden.

     

    [1] De totale termijnen zijn exclusief de termijn om een dossier volledig en ontvankelijk te verklaren (d.i. 30 dagen, en wordt niet verlengd door het besluit). In bepaalde gevallen komen er nog eens 60 dagen bij; bijvoorbeeld als de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen moet nemen of als er een administratieve lus wordt toegepast